schroefdop / kurk
Steeds meer wijnen worden afgesloten met een schroefdop in plaats van een kurk. In de toekomst zullen het er alleen nog maar meer gaan worden, van eenvoudig tot exclusief. Hoewel dit gevoelsmatig voor mij toch nog altijd even wennen is, als je een dure fles hebt besteld. Het traditionele ontkurken aan tafel heeft voor mij de voorkeur. Maar er zijn er tal van rationele overwegingen waarom een schroefdop de voorkeur verdient boven de van oudsher gebruikte kurk. De belangrijkste reden is dat wijn die met natuurkurk afgesloten wordt, altijd onderhevig is aan de inwerking van zuurstof (oxidatie) en af en toe kans loopt op bacteriële infecties (kurk). In beide gevallen heeft dat te maken met het gegeven dat kurken uit organisch materiaal bestaan dat na verloop van tijd vergaat. De mate waarin de kurk zuurstof doorlaat, varieert van fles tot fles, waardoor er altijd een mate van onvoorspelbaarheid met betrekking tot de conditie van de wijn bestaat.
Goed om te weten is dat voor de ontwikkeling van de wijn geen zuurstof nodig is. Overigens is een kleine, gecontroleerde hoeveelheid zuurstof bij rode wijn niet schadelijk.
Bij het gebruik van schroefdoppen worden de risico’s tot een absoluut minimum gereduceerd. Anders dan kurken garanderen schroefdoppen exact dezelfde conditie voor iedere afzonderlijke fles. Flesvariatie door inwerking van zuurstof is daarmee van de baan. Met name witte wijnen, die het van zuiverheid en aromatische finesse moeten hebben, bleken daarom zeer gebaat bij de nieuwe vorm van afsluiting. Ook rode wijnen hebben voordeel bij een schroefdop, omdat deze het risico van kurkinfectie door de kurk wordt geëlimineerd.
De schroefdop heeft behalve de grotere betrouwbaarheid van de wijnkwaliteit ook nog een praktisch voordeel. Openen en sluiten van flessen gebeurt nu letterlijk in een handomdraai, zonder dat er nog accessoires bij nodig zijn.
Nu we het toch over kurk hebben. Hoe herken je of een wijn kurk heeft. Wijnen die kurk hebben worden niet altijd door iedereen herkend. Zeker niet als hij lichte kurk heeft. Wanneer weet je nou zeker dat een wijn kurk heeft? Kurksmaak is iets dat een klein percentage van de wijnen treft – ongeveer drie procent – en kan zowel in een goedkope, als in een dure fles voorkomen. Zo geheten “zware Kurk” in de fles maakt de wijn ondrinkbaar, maar de kurk is niet altijd de schuldige, ook al heeft men dat honderden jaren wel gedacht. Kurksmaak ontstaat door besmetting met schimmels en bacteriën die na een chemische verbinding trichloroanisole kunnen vormen.Dus let op! Ook flessen met een schroefdop kunnen dus kurk hebben, besmetting van de wijn kan immers tijdens het gehele productieproces plaatsvinden. Maar de kans is dus wel tot een absoluut minimum gereduceerd.
Echte kurksmaak is echter onmiskenbaar: de wijn ruikt muf, chemisch en in de mond geeft hij een scherpe nasmaak. Echte kurkgeur knalt het glas uit en is onmiddellijk te herkennen doordat hij de geurpapillen bijna verstikt. Heb je het thuis, schenk de wijn dan terug in de fles, de leverancier zal in bijna alle gevallen de wijn terugnemen, vergoeden of vervangen.